Het dwaalspoor van een zwierige tekenaar (1.4)

Sporen 1 gaat voor de vierde druk flink op de schop. Hier het nieuwe hoofdstuk over het deel tussen Roelofarendsveen  en Oude Wetering.
Er zijn talloze kaarten van het tracé van de Haarlemmermeerlijnen, maar een van de fraaiste exemplaren is te vinden in het archief van de gemeente Haarlemmermeer. Het is een kaart uit 1903 waarop later – de trein ging immers pas in 1912 rijden – met rode inkt heel precies de spoorlijn, de stations en de halteplaatsen zijn ingetekend.
Het is een enorm gedetailleerde plattegrond. Alle toenmalige boerderijen staan er op, de meeste daarvan ook met hun naam. Elke kavel, elke sloot, elk toegangsweggetje is ingetekend. Zelfs de huizen in de dorpen zijn er op te zien, al zijn de meeste slechts aangegeven met kleine stippen.
De kaart beslaat precies het spoor tussen Haarlem en Aalsmeer, zij het met een kleine noodgreep. Het laatste stukje naar Aalsmeer paste er niet op en is daarom later als een los flapje bij de kaart gevoegd. Ook het spoor Hoofddorp – Leiden paste er niet helemaal op. Dat hebben de spoortekenaars op deze kaart maar gelaten voor wat het is. Voorbij Rijpwetering houden landschap en rode lijn abrupt op.

Als de oude spoorkaart over een moderne landkaart wordt gelegd, is goed te zien dat de N445 in Zuid-Holland inderdaad precies op de oude spoordijk is gelegd. Overal, behalve in Roelofarendsveen kennelijk. Iets voorbij de plek waar ooit station Roelof-Arendsveen stond – nu een rotonde in de Stationsstraat – maakt de provinciale weg een vrij scherpe bocht naar het westen terwijl de trein volgens de kaart vroeger nog enkele honderden meters rechtdoor tufte.
De bocht in het spoor is op de oude landkaart veel ruimer. Het zou het Braassemer meer tot op enkele tientallen meters zijn genaderd, terwijl de provinciale weg daar veel, veel verder vandaan blijft. Pas in Oude Wetering, ter hoogte van de straat de Botter vallen de lijnen weer over elkaar heen.
Het opmerkelijke is dat op de plek waar volgens de oude tracékaart het spoor heeft gelopen, in het moderne Roelofarendsveen iets is terug te vinden dat vrijwel precies dezelfde vorm heeft. Langs de Europaweg duikt een serie speel- en grasveldjes op die mooi met de lijn op de spoorkaart meebuigt. Het denkbeeldige spoor wordt onderbroken door een klein buurtje, maar trek de lijn in gedachten door en hij komt precies uit op de provinciale weg.
De conclusie dat de N445 destijds een stuk heeft afgesneden in Roelofarendsveen, ligt voor de hand. Er zijn echter twee problemen met deze theorie. Ten eerste ziet het dijklichaam van de N445, dat hoog boven de rest van het dorp uittorent, er ongeschonden uit. De dijk kan natuurlijk zijn afgegraven en een paar honderd meter weer zijn opgeworpen, maar er lijkt geen dringende reden te zijn geweest om dat te doen.
Ten tweede kan niemand zich herinneren dat de spoordijk ooit is verplaatst. Gerard van der Meer van de Stichting Oud Alkemade is zelfs heel stellig: ,,De N445 volgt exact de route van het spoor. Geen twijfel over mogelijk.”

Een korte speurtocht naar andere kaarten van de Haarlemmermeerlijn lost het raadsel eenvoudig op. Degene die de lijn heeft getrokken op de kaart uit 1903 had verkeerde gegevens of een iets te losse pols. Hoe dan ook, zijn werk in Roelofarendsveen deugt niet. En in Weteringbrug, waar hij een driekwart bocht ook veel te ruim heeft ingetekend, al evenmin.
Dick de Waal Malefijt, eigenaar van een van de exactere kaarten, kan ook precies aangeven waarom de spoorlijn nooit in de buurt van het Braassemer meer gelopen kan hebben. ,,In de wegenbouw noemen ze dergelijk terrein ‘zwaar water’. Dat is blubber. Daar leg je geen spoordijk aan, die zakt onmiddellijk weg.”
Vreemd genoeg heeft de kaartenmaker alleen in en rond Roelofarendsveen last van een te zwierige hand. Elders klopt zijn spoor tot op de millimeter.

Dat de groenstroken en speelveldjes op de ‘niet bestaande spoorlijn’ blijken te liggen, is toeval. Of nou ja, toeval: ze liggen precies in het midden van het wijkje dat na de oorlog is ontstaan tussen de opgeheven spoorlijn-N445 en de dijk langs het Braassemer meer. De Haarlemmermeerlijn hielp dus een beetje mee aan de vormgeving, maar minder dan de zwalkende kaartenmaker zijn publiek een kleine eeuw geleden wijs heeft willen maken.

Hoewel de provinciale weg, die hier Alkemadelaan heet, dwars door Roelofarendsveen en Oude Wetering loopt, is het spoor hier niet direct te volgen. Er is altijd wel ergens een ventweg in de buurt, maar de N445 zelf heeft ook hier geen voetpaden of trottoirs.
Even voorbij de Botter – de plek waar de provinciale weg en het Haarlemmermeerlijntracé van de uit de bocht gevlogen kaartenmaker samenkomen, begint de weg langzaam te stijgen naar het niveau van de Ringdijk. Aan de voet van de metershoge, oude spoordijk ligt een eenvoudig pad, waar omheen de gemeente Alkemade een miniatuur wandelbosje heeft geplant. Het is een gezellig rommelig bosje, dat met zijn weelderige begroeiing iets van het geluid en veel van het zicht van de langsrazende auto’s wegneemt. Midden in het groen staat een rij, op het oog nutteloze betonpalen. Ze zijn zo verweerd dat het aannemelijk lijkt dat de stoomwolken van de Haarlemmermeerlijn er nog tussen gehangen hebben.
Vlak voor de brug over de Ringvaart kan een wandelaar met een steile trap omhoog. Bovenaan zou hij oog in oog hebben gestaan met station Oude Wetering, ware het niet dat dat al ver voor de Tweede Wereldoorlog is gesloopt. Maar ook hier laten sporen zich nooit helemaal uitwissen. De contouren van het oude station zijn namelijk nog wel te zien. De smalle Bruggestraat wordt pal voor de kruising met de Alkemadelaan opeens heel veel breder. Er ontstaat een soort rechthoekig vlak, dat precies de omtrek heeft van station Oude Wetering met zijn perron en bijgebouwtje.

Plaats een reactie