Voorgezuiverd rivierwater behoudt het spoor

Het tracé van de oude Haarlemmermeerlijnen is ontsnapt aan de herinrichtingslust van de projectontwikkelaars in De Hoek. Van het spoor resteert weliswaar weinig méér dan een eenvoudige strook grond, een soort schapenweitje eigenlijk, maar het is nog onmiskenbaar aanwezig.
Een eindje voorbij de plek waar een paar jaar geleden nog haltehuis nummer 6 stond – de contouren van de woning zijn in het veld nog steeds te zien – schiet het spoor de Rijnlanderweg over. Aan de overkant neemt het vervolgens een totaal nieuwe gedaante aan: dat van fietspad. Kaarsrecht, precies als het tracé van destijds, loopt het pad dwars door bedrijventerrein De Hoek. Het is over zijn volle lengte bestraat met blokken rode en zwarte tegels, waardoor het uit de verte lijkt of de bielzen er nog steeds liggen.
Het fietspad is lekker breed en goed aangelegd. Jammer is alleen dat het tegelijkertijd vrij nutteloos is en zelfs gevaarlijk. Het tegelpad houdt namelijk na een kilometer of wat opeens op, pal voor de plek waar de rijkswegen A4 en A5 samenkomen. Wie verder wil, moet een asfaltweg op, zonder fietsstroken of trottoirs. Wielrijders of wandelaars worden daar door de meeste automobilisten als een soort indringers beschouwd, die klaarblijkelijk moeten worden verjaagd door er akelig dicht langs te rijden.
Het fietspad stopt, maar de Haarlemmermeerlijn gaat gewoon verder. Op de A4 en A5 zijn geen verwijzingen naar het oude spoor te vinden, maar daarachter, op het terrein van luchthaven Schiphol, is het tracé weer moeiteloos te onderscheiden. De spoordijk loopt pal voor de Kaagbaan. Onaangetast, zo te zien. Het gras is netjes gemaaid en de zijslootjes keurig onderhouden.

De staat van de lijn tussen Hoofddorp en het buurtschap Rozenburg is zo gaaf, dat het verwondering wekt. Het lijkt bijna onbestaanbaar dat zoiets als dit, 70 jaar na de sluiting, nog altijd bestaat. In een deel van Haarlemmermeer bovendien waar de gemeente, Schiphol en wegenbouwers enorm met de ruimte hebben moeten woekeren. De Hoofddorpse amateur-historicus Cor Wies geeft later, als de verbazing met hem wordt gedeeld, een tamelijk eenvoudige verklaring. ,,Ze hebben op het tracé van de oude spoorlijn een hoofdleiding van het drinkwaternet gelegd. En daar mag niets op gebouwd worden”.
Dat bouwverbod verklaart meteen twee opvallende zaken in het vorige baanvak verklaren: de uitsparing in de geluidswal in de Weg om de Noord en het zinloze viaduct in de Schiphollijn bij De Hoek. ,,Een normale geluidswal en spoordijk zijn te zwaar voor die waterleiding”, zegt Wies.
De precieze details van de transportleiding kent hij niet, maar Waternet – waarin het Amsterdamse Waterleidingbedrijf is opgegaan – vult het plaatje moeiteloos in. Albert Clement van het drinkwaterbedrijf stuurt een overzichtskaartje van transportleidingen in en rond Hoofddorp en dat ziet er uit alsof ze het tracékaartje van de oude Haarlemmermeerlijnen over een moderne stadsplattegrond hebben gelegd. Tussen de Pabstlaan in Hoofddorp en Oude Spoordijk in Aalsmeer volgt de hoofdleiding exact, maar dan ook werkelijk exact, de route van het oude stoomtreintje. Elk kronkeltje, elke bocht, hoe flauw ook, komt er in terug.
De leiding vervoert voorgezuiverd rivierwater van Nieuwegein naar de waterwingebieden van PWN, DZH en Waternet in de duinen, legt Clement uit. Wat normaal aan water in de duinen zit, is namelijk allang niet meer voldoende om genoeg drinkwater te produceren. De anderhalve meter brede buis, die ook water naar enkele grote industrieën als Corus transporteert, ging in 1954 de grond in  kort nadat het laatste stukje spoor op deze lijn, dat tussen Aalsmeerderweg en Aalsmeer, sloot.

Het oude tracé mag hier dan uitstekend zijn bewaard, de buurtschappen die het ooit verbond zijn inmiddels vrijwel verdwenen. Rozenburg, bij de kruising Aalsmeerderweg-Kruisweg, is net als De Hoek op een paar huizen na van de kaart geveegd. Niet door projectontwikkelaars of gemeentelijke bestemmingsplannen, maar door de geluidsoverlast en de veiligheidseisen van Schiphol. Het buurtschap lag te dicht bij de Kaagbaan.
De kern van het dorp, nu een braakliggend stuk land langs de Kruisweg, doet zijn best om weer natuur te worden. Een eenzame narcis groeit waar ooit iemands voortuin was. Op de plek van het huis zoeken vijf grote hazen zigzaggend een goed heenkomen in het gras en vliegen fazanten schetterend op. Aan het einde van het veld is de spoordijk te zien, op deze plek vermomd als een weelderig begroeide, nou nee, laten we eerlijk zijn, compleet verwilderde achtertuin.
Tussen de bomen duikt een mysterieuze villa Kakelbont op met glimmend pannendak. Het is een van de weinige gebouwen die het slopersgeweld hebben overleefd: eenzaam, triest en mooi: station Aalsmeerderweg.

Plaats een reactie